Sint Rafaël kerk
In de vroege gebruiken van de katholieke kerk heeft men aan de handoplegging een zalving met welriekende olie (chrisma) toegevoegd. Dit deed men om beter de gave van de heilige Geest aan te duiden. Deze zalving verduidelijkt de naam van 'christen', wat 'gezalfde' betekent.
De zalving bestaat nu nog steeds in het sacrament van het vormsel. Het is de bekrachtiging van het doopsel. Meer nog is het vormsel de voltooiing van de gave van de Geest die in het doopsel werd gegeven. Eigenlijk wordt het vormsel nog steeds zo toegediend als in de eerste eeuwen. Iedere gedoopte die nog niet is gevormd, kan het sacrament van het vormsel ontvangen. De bisschop zalft een mens die verstandig genoeg is om zijn eigen keuzes te maken. Het vormsel wordt veelal toegediend aan jonge mensen die als kind zijn gedoopt. Ze kunnen nu zelf verantwoordelijkheid dragen en zelf ‘ja’ zeggen tegen de geloofsgemeenschap waarin zij door het doopsel zijn opgenomen. In het vormsel bevestigt de Heilige Geest het ‘ja-woord’ van de vormeling, geeft kracht om te blijven geloven en de Blijde Boodschap (Evangelie) door te geven.
Vormselviering in de Rafaëlkerk
Op Pinksterzondag, 23 mei 2010, zijn 5 jonge mensen in de Rafaëlkerk gevormd. De kerk was mooi versierd, en veel mensen waren gekomen. De vormelingen kwamen ook uit andere parochies, behorend bij het samenwerkingsverband Utrecht-Oost. De celebrant was monseigneur (bisschop) Hoogenboom, en hij werd bijgestaan door onze pastoor George en diaken Lex.
Na de lezingen, gelezen door de vormelingen en de diaken, begon de vormselviering, voorafgegaan door de preek. Bisschop Hoogenboom hield een heel goed op de vormelingen afgestemde preek. Hij deed dat op zijn kenmerkende open manier die jong en oud betrokken houdt. Hij had in de week voorafgaand aan deze viering al kennis gemaakt met de 5 vormelingen, Claudia, Cyril, Lukas, Rahil en Victor.
Hij begon zijn preek met te zeggen dat het leven een cadeau is, iets dat je door God is gegeven. En als kind heb je vaak al ideeën over wat je wilt worden en hoe oud je wilt worden, maar later zal dat vaak heel anders gaan dan je toen dacht. Daar kan geloven een grote rol spelen, zei hij.
Geloven is er op vertrouwen dat, wat er ook gebeurt, in goede en in slechte tijden, God altijd met je is.
Als metafoor gebruikte hij de acrobaat die hoog in de nok van de tent zijn schommel loslaat en even later wordt opgevangen door de andere acrobaat. De eerste moet ervoor zorgen op het juiste moment los te laten en er verder op te vertrouwen dat de ander hem opvangt. Zo moet ook je vertrouwen in God zijn. Op deze en andere manieren heeft hij zijn gehoor gedurende zijn preek geboeid laten luisteren.
Na de preek volgde de vernieuwing van de doopbelijdenis door de vormelingen en alle gelovigen. Vervolgens strekte de bisschop zijn handen over de vormelingen uit en bad dat hen de gaven van de heilige Geest mochten worden geschonken. Dit wordt de handoplegging genoemd. De kernhandeling van het vormsel is de zalving met chrisma (heilige olie) van de vormeling onder handoplegging. De bisschop liet de vormelingen stuk voor stuk naar voren komen, legde zijn hand op het hoofd van de vormeling en tekende hem of haar met chrisma in de vorm van een kruis. Hij sprak daarbij de woorden "Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods". Tijdens deze zalving stond(en) de ouder(s) naast de vormeling met een hand op de schouder van hun kind.
De viering van het vormsel werd beëindigd met de voorbeden, uitgesproken door de vormelingen. Hierna volgde de eucharistieviering.
Tijdens de viering zijn foto's gemaakt. Hier zijn twee foto's waar de vormelingen te zien zijn. Een met de monseigneur en de ander met alle betrokkenen, dus ook onze pastoor en de mensen die de voorbereiding hebben verzorgd.
© 2011 Mijn-eigen-website.nl