Sint Rafaël kerk
Ontstaan Overvecht
Om de Sint Rafaëlkerk in het juiste perspectief te stellen is het noodzakelijk iets te vertellen over haar ontstaan.
Daarvoor moeten we teruggaan naar het ontstaan van de wijk Overvecht.
In het vervolg van deze pagina zult u iets zien van dat ontstaan en over de plaats van onze kerk daarin.
Bedenk wel dat dit alles slechts een deel is van de geschiedenis.
De jongste geschiedenis van Overvecht begint omstreeks 1930 toen er de watertoren werd gebouwd
ten behoeve van het op het grondgebied van de gemeente Maartensdijk te bouwen Tuindorp.
De watertoren kwam aan de toenmalige St. Anthoniedijk, tegenover een prachtig wilgen- en gagelbos.
Dit prachtige stukje natuurschoon, bevolkt door duizenden vogels, werd evenwel al in de dertiger jaren gerooid.
Op 1 januari 1954 vond er een grenswijziging plaats tussen Maartensdijk en Utrecht waarbij zowel Tuindorp als
het gebied van de Zes- en Twaalfhoevense polders, het huidige Overvecht, bij Utrecht werden gevoegd.
Eerder behoorde dit gebied tot de gemeente Achttienhoven.
Na veel plannenmakerij begint in maart 1961 het zandspuiten ten behoeve van de nieuwbouwwijk,
die vanaf dat moment Overvecht zal heten en waar als eerste dreven de Griekse goden en godinnen-wijk ontstond.
De tijd waarin Overvecht ontstond
De jaren zestig zijn de jaren geweest waarin er in de lang onveranderde kerk veel in beweging begon te komen.
Het tweede Vaticaans Concilie van 11 oktober 1962 tot 8 december 1965 en de derde Algemene Assemblee van de
Wereldraad van Kerken in New Delhi in 1961, waarbij ook rooms katholieke waarnemers aanwezig waren, toonden niet
alleen de wil tot kerkelijke vernieuwing, maar ook het bewustzijn van de plaats van de kerk in de wereld.
De oecumenische beweging kwam op gang en resulteerde in 1968 in de oprichting van de Raad van Kerken in Nederland,
waartoe ook de locale katholieke kerk toetrad als lid.
Bespreking van zaken als opheffing van de celibaatsverplichting en kritiek op de in 1968 verschenen encycliek "Humanae Vitae"
met betrekking tot geboortebeperking werd in Rome opgevat als ongehoorzaamheid jegens het centrale gezag van de kerk.
Vele gelovige rooms katholieken namen deze encycliek voor kennisgeving aan zonder ze echter in geweten op te volgen.
De zestiger jaren waren ook de jaren van de voortschrijdende ontkerkelijking, terwijl door de komst van de vele buitenlanders,
vooral Turken en Marokkanen, naast de Christenen ook de Moslims een belangrijke plaats in onze samenleving begonnen in te nemen.
Naast teleurstelling en ontgoocheling was er in deze jaren ook veel enthousiasme, creativiteit, verwachting en vernieuwing.
Gods volk kwam in beweging en leek op weg te gaan naar betere tijden. Voor de traaghartigen ging het wat te snel, voor de haastigen veel te langzaam.
De eerste katholieken
"Zo maar een dak boven wat hoofden"
Bovenstaande tekst heeft in het verleden zeker gegolden voor de diverse ruimtes die in gebruik zijn geweest voor de vieringen,
toen er nog geen kerken waren.
In Overvecht-Zuid vonden de eerste samenkomsten plaats in 1962. Die waren in een lokaal van een noodkleuterschool.
Vervolgens werd midden 1963 aan de Donaudreef hoek Berezinadreef een noodkerk gebouwd .
Van buiten een uit zijn krachten gegroeide directiekeet, van binnen een intieme kapel.
Deze bood ruimte aan 250 mensen.
Misdienaars in de tijd van dat noodgebouw aan de Donaudreef hebben daar speciale herinneringen aan.
Ook toen was vroeg opstaan niet altijd een favoriete bezigheid van de jongeren.
Het voordeel van het noodgebouw was evenwel dat de sacristie, die naast het altaar was, een raam had waar je als je te laat was
door naar binnen kon kruipen. Na de preek kon je dan binnen komen, alsof het zo hoorde.
Begin 1966 echter was dit niet meer voldoende omdat het aantal inwoners, en dus ook katholieken in Overvecht sterk was toegenomen.
Daarom werd op zondag ook de gymnastiekzaal aan de Teun de Jagerdreef erbij in gebruik genomen. Voor de gymzaal golden wel bijzondere regels.
Dat in verband met die ruimte, een gymzaal.
Er waren vrijwel geen zitplaatsen, maar "het medenemen van klapstoeltjes werd toegestaan".
Verder werd in een brief aan de katholieken van Overvecht geschreven: "Mogen wij u er nogmaals op attenderen dat het gebruik van
schoenen met NAALDHAKKEN ten strengste verboden is. Om ongenoegen met de gemeente en met gymnastiekleraren te voorkomen,
zullen wij genoodzaakt zijn deze dames terug te sturen"
Vanaf november 1966 werd tevens gastvrijheid geboden in het inmiddels op 30 September 1966 in gebruik genomen Johannescentrum
van de Hervormden en Gereformeerden.
Er werden toen op zondag heel wat vieringen gehouden.
In de noodkerk waren deze om 8.15 uur, 9.30 uur, 11.00 uur, 12.15 uur en ‘s avonds om 19.15 uur.
Daarnaast waren er ook nog vieringen in de gymzaal om 9.30 uur en 11.00 uur. En geloof het of niet, alle vieringen waren heel goed bezet.
Dit alles gebeurde in Overvecht-Zuid.
Voor Overvecht-Noord, waarvan de bouw een paar jaar later begon, ontstond een zelfde situatie. Daar werden de eerste eucharistievieringen van de nieuwe parochie De Blijde Boodschap gevierd in de aula van de Mattheusschool aan de Ghanadreef.
Met de groei van Overvecht-Noord werd ook het aantal bezoekers van de eucharistievieringen hoger.
Dat was reden om in oktober de aula van de school aan de Papyrusdreef in gebruik te nemen voor de zondagse eucharistievieringen. In maart 1970 werd deze aula verruild voor de aula van de Marcusschool aan de Mayadreef .
De eerste Kerstnachtviering in 1968 werd gehouden in de op 7 september 1968 geopende sporthal "De Dreef".
Deze viering werd bezocht door 1000 mensen.
De daaropvolgende Kerstnachtvieringen werden, zolang dit noodzakelijk was, gehouden in de Stefanuskerk.
© 2011 Mijn-eigen-website.nl